|
index |
actueel |
2004 |
2005 |
2006 |
2007 |
2008 |
2009 |
2010 |
2011 |
|
2012 |
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
Oud nieuws 2013
december 2013
Zeetulp (waarschijnlijk)
Balanus cf. Tintinnabulum (Linné, 1758)
Op 15 oktober vond Monique Beute uit Beek-Ubbergen bij het badstrand deze enorme, fraai donkerroze gekleurde zeepok. Het is een soort uit het geslacht Megabalanus, maar omdat de bovenste sluitplaten ontbreken is het moeilijk te zeggen om welke soort het precies gaat. Hij lijkt erg op de zeetulp. In ieder geval een zeldzame vondst!
december 2013
Stekelhoren
Ocenebra erinacea (Linné, 1758)
Eefje van Ooijen uit Breda was een dag later, op 16 oktober, ook bij het badstrand. Zij vond daar een zeldzame schelp: een stekelhoren. Deze soort stamt hier waarschijnlijk uit het Eemien, de periode tussen de laatste twee ijstijden (zo'n 100.000 jaar geleden). Levende dieren komen veel voor langs de Franse Atlantische kust.
|
december 2013
Rugwervel haai
Marcel Laks uit Nijmegen was op 23 oktober tussen paal 15 en 16, toen hij een fraai gevormde wervel vond. Het blijkt te gaan om een haaiewervel. De ouderdom is moeilijk aan te geven. Er leven diverse soorten haaien in de Noordzee. In december 2013 spoelde er een dode haai van ruim een meter lengte aan op Terschelling.
|
december 2013
Stekelrog
Raja clavata Linné, 1758
Willemien Stokkers uit Ede vond op 24 oktober ter hoogte van paal 8 deze mooi gevormde huidstekel van een stekelrog. De stekelrog heeft deze stekels verspreid op zijn rug zitten. Stekelroggen leven in de Noordzee en hun eikapsels spoelen regelmatig aan.
december 2013
Zadelrob
Pagophilus groenlandicus (Erxleben, 1777)
De broer van Willemien, Jan Pieter Stokkers, vond, ook op 24 oktober, een rolbeen van een zadelrob bij paal 8.
Dit bot is gitzwart en stamt uit het Pleistoceen, de periode van de ijstijden.
december 2013
Sleutelbeen fossiele schelvis
Melanogrammus conjunctus Gaemers & Schwarzhans, 1973
Janke Pluijgers uit Zeist kwam dit vreemd gevormde bot op 25 oktober tegen bij paal 5.
Het is een sleutelbeen van een fossiele schelvissoort, die hier geleefd heeft in het Pleistoceen, de periode van de ijstijden. Onderzoekers denken dat de sleutelbeenderen van deze vis zo dik werden door een veel voorkomende vergroeiing.
december 2013
Wijde mantel
Aequipecten opercularis (Linné, 1758)
Op 17 december lagen er veel schelpen in de vloedlijn. Tussen paal 8 en 16 vond ik veel wulken, 5 noordhorens, ca. 20 doubletten stevige strandschelp en net zoveel tapijtschelpen; beide laatste soorten met vleesresten.
Verder lagen er 12 doubletten van de wijde mantel, met als grootste afmeting ca. 3 cm. Ook hierin waren vleesresten aanwezig.
oktober 2013
Gewelfde mantel
Flexopecten flexuosus (Poli, 1795)
Nadat Jasper Schaaf in mei van dit jaar een puntgave klep van de gewelfde mantel vond, was het nu Riet Kaptein- van Oosten uit Almelo die op 14 augustus ter hoogte van het Willemsduin wederom een klep van deze zeer zeldzame schelp vond. De schelp is groter dan de vorige maar mist de oortjes aan weerszijden. De soort leefde hier tijdens het Eemien (ca 100.000 jaar geleden).
oktober 2013
Steur
Acipenser sturio Linné, 1758
Tabitha Oosting uit Almelo vond op 16 augustus ter hoogte van paal 14 een grote beenplaat van een steur. Deze vis, die tot zes meter lang kan worden, werd in 1953 voor het laatst in ons land gesignaleerd. In 2012 zijn er jonge steuren in de Nieuwe Maas uitgezet, in de hoop dat deze bijzondere vis weer zal 'aarden' in ons land.
oktober 2013
Herdenkingspenning
Behalve bovengenoemde beenplaat vond Tabitha op 20 augustus een herdenkingspenning tussen paal 2 en 3. De penning is geslagen in 1880, ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan van de Sundayschool, de eerste echte Engelse Staatsschool.
oktober 2013
Steppenwisent of oeros
Bison priscus (Bojanus, 1827) of
Bos primigenius (Bojanus, 1827)
Peter Kaptein uit Almelo vond op 21 augustus tussen paal 11 en 12 het eerste teenkootje van een steppenwisent of een oeros. De oeros is in 1627 uitgestorven (laatste exemplaar geschoten in Polen) en de steppenwisent is aan het eind van de laatste ijstijd (ca. 10.000 jaar geleden) uit ons landschap verdwenen.
oktober 2013
Noordhoren
Neptunea antiqua (Linné, 1758)
Rob Kooijman uit Apeldoorn vond op 24 augustus tussen paal 16 en 17 deze prachtige, lichtbruin gekleurde noordhoren. Bij de meeste schelpen mist het embryonale topje, maar bij deze schelp is het nog aanwezig.
| oktober 2013
Slanke noordhoren
Colus gracilis (Da Costa, 1778)
Lia Noordhuis vond op 13 oktober tussen paal 7 en 8 deze fraaie en grote slanke noordhoren, een zeer zeldzame schelp. Determinatie was gemakkelijk want deze soort heeft nog de dikke embryonale topwinding, in tegenstelling tot de bijna identieke schelp van de gezwollen slanke noordhoren, die een smalle, puntige topwinding heeft.
|
juli 2013
Zilveren rijderschelling
Op zondag 7 juli 2013 vond Jark de Boer uit Heiloo een dunne, zilveren munt op het strand bij paal 2. De munt lag tussen de schelpen in een uitgestoven strandgedeelte. Toevallig kwam Jark in gesprek met Roland Sikkema (Schiermonnikoog), die hem kon vertellen dat het om een Rijderschelling (6 stuivers) ging, van de stad Deventer. De munt is geslagen in 1690 en dus ruim 320 jaar oud.
juli 2013
Noorse hartschelp
Laevicardium crassum (Gmelin, 1791)
Op 16 juli 2013 vond Dirk Steen een klep van een Noorse hartschelp bij paal 16. Nu is dat niet zo bijzonder, maar deze klep was nog heel vers, met zelfs nog de opperhuid aanwezig. De meeste kleppen van deze soort zijn oud en blauwgrijs verkleurd (rechts op de foto) en verse kleppen zijn zeldzaam. Van Schiermonnikoog zijn twee doubletten bekend, beide gevonden na een storm.
 |
juli 2013
Spoelhoren
Acteon tornatilis (Linné, 1758)
Steffi, Tibbe en Bianca de Winter uit Helmond vonden op 16 juli 2013 ook een paar prachtige schelpen: spoelhorens. Deze slakjes leven in fijn zand en slik, vanaf de laagwaterlijn tot een diepte van ruim 250 meter. Gave schelpen zijn zeldzaam en twee op één dag is zeker een bijzonderheid! |
 |
juli 2013
Zadelrob
Pagophilus groenlandicus (Erxleben, 1777)
Jaro Schacht uit Basel (Zwitzerland) vond op 18 juli een heiligbeen van waarschijnlijk de zadelrob. Deze zeehond leeft nu in de Arctische zeeën, maar kwam gedurende de periode van de ijstijden (het Pleistoceen) hier voor. Eerder dit jaar (april) werd al een spaakbeen van deze soort op het eiland gevonden (zie Actueel mei 2013) |
juni 2013
De paddenstoelen van Schiermonnikoog
Deze maand verscheen: 'De paddenstoelen van Schiermonnikoog' met daarin foto's en beschrijvingen van 112 soorten die op het eiland voorkomen. Het boekje is geschreven door Thijs de Boer en Erik Jansen en de foto's zijn van de hand van beide auteurs en van Francine Venselaar. Het boekje kost € 5,50 en is verkrijgbaar bij boekhandel Kolstein, Bezoekerscentrum, VVV-kantoor en het Schelpenmuseum.
|
|
mei 2013
Gewelfde mantel
Flexopecten flexuosus (Poli, 1795)
Jasper Schaaf deed op de laatste koninginnedag een prachtige vondst bij paal 12. In een gruisbankje trof hij een kleine (ca. 1,5 cm) maar puntgave klep aan van de gewelfde mantel. Nooit eerder was van deze soort een gave klep aangetroffen op Schiermonnikoog, alleen ooit een fragment.
|
 |
mei 2013
Brede strandschelp
Mactra glauca Born 1778
De laatste week van maart stond er een harde oostenwind, waardoor op het strand flinke stuifduinen ontstonden. Hiertussen lagen uitgewaaide vlakten met veel schelpen. Op de Balg vond ik in deze vlakten behalve veel noordkrompen, ook een gave klep van de brede strandschelp. In 2012 was ook een volledige, maar gescheurde klep gevonden bij paal 3 door een Duitse gast. Behalve deze twee zijn geen vondsten van volledige kleppen bekend van Schiermonnikoog.
mei 2013
Zadelrob
Pagophilus groenlandicus (Erxleben, 1777)
Op 28 april vonden Annemieke, Jaap, Floris Jasper en Merijn Verheul een klein, zwart bot op de Balg. Het bot was gitzwart en maakte, wanneer je er op tikte met iets hards, een hoog geluid. Met deze gegevens werd een foto van het botstuk opgestuurd naar specialisten op het gebied van fossiele zoogdierresten uit de Noordzee (Natuurmuseum Rotterdam). Uit deze gegevens werd geconcludeerd dat het hoogstwaarschijnlijk gaat om een spaakbeen van een zadelrob. Deze soort leefde hier gedurende de laatste ijstijd, maar ook al gedurende periodes ver daarvoor. Misschien dat nader onderzoek daar uitsluitsel over geeft.
|
 |
mei 2013
Japanse oester
Crassostrea gigas (Thunberg, 1793)
Op 14 mei vond Jorden Boutkan uit Harderwijk bij Lauwersoog een losse klep van de Japanse oester. Aan de binnenkant bleek een vastzittende parel te zitten, een 'blisterparel'. De blisterparel zit precies in het spierindruksel van de schelp.
|
 |
maart 2013
Gewone eendenmossel
Lepas anatifera Linné, 1758
Eendenmossels zijn geen mossels, maar horen bij de zeepokken. Het zijn dus kreeftachtigen. Met hun vangarmen vissen ze voedsel uit het water. Vroeger dacht men dat het de larven waren van rotganzen.
Harm Carrette kwam in februari deze kluit eendenmossels tegen, vastgehecht op een drijver. Joukje Pees uit Groningen kwam dezelfde drijver op 5 maart tegen en maakte deze fraaie foto's van de dieren. Ze leven in zuidelijker zeeën, maar komen door stromingen soms hier terecht.
maart 2013
Slanke noordhoren
Colus gracilis (Da Costa, 1778)
Zondag 3 maart vond Joke Borstlap tussen paal 13 en 15 een slanke noordhoren en ook nog een fragment van deze soort. De slanke noordhoren is een zeer zeldzame slakkensoort aan het Schiermonnikoogse strand. Meestal zijn de schelpen begroeid met zeerasp en bewoond geweest door een heremietkreeft. |  |
maart 2013
Hert
Cervidae sp.
Josien van den Berg vond op 6 maart deze grote borstwervel op het strand bij paal 5. Fossielendeskundigen van het Natuurmuseum Rotterdam melden dat het gaat om een van de laatste borstwervels van een groot soort hert. Welke soort is moeilijk te zeggen. Het bot is zwart en afkomstig van een hert dat hier lang geleden moet hebben geleefd. |  |
|
index |
actueel |
2004 |
2005 |
2006 |
2007 |
2008 |
2009 |
2010 |
2011 |
|
2012 |
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |